terug naar overzicht Foto's
The Racetrack Playa (17 mei 2012)
Ik heb vanmorgen vroeg in Las Vegas de huurauto van National ingeleverd
en vervolg de reis met een auto van Alamo. Het doel van vandaag is een
plek in Death Valley waar ik nog niet ben geweest: The Racetrack.
In Beatty pauzeer ik even en rijd dan via Scotty's Junction richting
Death Valley. De meest noordelijke entree van de gangbare wegen en
de snelste om bij mijn bestemming te komen.
Links van de weg staat een houten gebouw, een Volkswagen Golf ´cabrio´
en een Chevrolet Viking bus, als camper ingericht, met binnen en buiten
een bende: glasscherven, tijdschriften, koekkruimels, etc.
(Ik heb wel even geroepen of er iemand thuis was...)
Iets verder aan de rechterkant de Bonnie Claire Lippincott Lead Company smelter.
Actief van 1906 - 1928 en 1940 - 1954.
Met nog een paar bouwvallen aan de overkant van de weg, waar onder andere
kinderkleding op de grond ligt.
Dan komt het droge Bonnie Claire Lake.
Een introductie van de nieuwe huurauto: Kia Sportage.
Na Scotty´s Castle (zie mijn verslag van 2009) neem ik de afslag naar
Ubehebe Crater en begin om 13:00 met de weg naar The Racetrack.
Afstand 21 mijl.
Er staat een bord: 4x4 en high clearance recommended. Deze ´dirt road´ is
berucht om lekke banden, maar het lijkt alsof ze 'm onderhanden hebben genomen,
want zo slecht vind ik 'm niet. Het blijft natuurlijk opletten geblazen, want
er liggen wel stenen die een band kunnen beschadigen.
Na een paar minuten stap ik even uit om de banden te controleren. Deze auto
heeft net 8000 mijl op de teller en het profiel ziet er goed uit. Mocht de
weg echt slecht worden, dan ga ik terug.
Maar na een uur ben ik al bij de Teakettle Junction. Zo te zien hebben
ze (park rangers) opruiming gehouden, want er hangen niet zo veel theeketels.
Op foto's die op internet circuleren heb ik meer gezien.
Het is dan nog 6 mijl naar de Racetrack.
Zelfs Chinese bezoekers. Volgens Weiwei zijn dit namen uit Hongkong.
Een kwartier later ben ik er al! Wat viel dat mee! Er staat veel wind
en ik moet mijn hoed vasthouden om die niet te verliezen. Ik loop eerst
naar het 'rotseiland', The Grandstand, dat zomaar op de zandvlakte ligt.
Dan terug naar de auto en doorrijden tot het zuidpunt van de vlakte
(op 3708 feet). Daar liggen stenen die zich door de wind (?) verplaatsen.
Volgens mij is er ook wel wat in scene gezet. De stenen van de foto op het
informatiebord moeten volgens de tekst op een halve mijl liggen. Ik maak
een praatje met twee Duitsers. Zij hebben een Jeep gehuurd en gaan ook op
zoek naar de stenen van die foto.
Op de terugweg sla ik bij de theeketels nog af naar Lost Burro Mine. Ruim
drie mijl over een vrij goede ´dirt road´ en dan nog dik een mijl de bergen
in. En dat stuk is lastiger. Meer spoorvorming en vervelende dips. Halverwege
parkeer ik de auto, want ik heb nu (helaas) geen vierwielaandrijving en wil
niet vast komen zitten. Je hebt hier ook meer bodemvrijheid nodig.
Ik loop die laatste halve mijl wel.
Gelukkig is het niet zo heet. Lost Burro Mine willen ze graag intact
houden. Er is onder andere een cabin, een toilet en mijnschachten.
Om 16:25 begin ik aan de terugreis. Ter hoogte van de Theeketels komt er
nota bene nog iemand in een Toyota aanrijden, op weg naar de ´playa´.
We groeten elkaar, zoals ze hier vaak doen op afgelegen plekken. Misschien
om sunset mee te maken. Op de heenreis ben ik 4 tegenliggers tegengekomen.
De route loopt - one way - automatisch via Ubehebe Crater. Ik stap even uit
om in de krater te kijken (zie ook het verslag van 2009). Daar staat een nog
krachtiger wind. Wanneer ik het park verlaat is er veel bewolking komen
opzetten.
Rond half zeven ben ik bij het El Portal Motel in Beatty.
De volgende ochtend geen wolk te bekennen.
Johan